Nederlandse exporteurs VS handelsoorlog
Door: Explect, 11 December 2024

Nederlandse exporteurs VS handelsoorlog
De huidige geopolitieke spanningen tussen de Verenigde Staten en meerdere handelspartners — waaronder de Europese Unie — vormen een reële bedreiging voor Nederlandse exporteurs. Vooral bedrijven die actief zijn in de hightechsector, land- en tuinbouw, en maakindustrie ondervinden directe gevolgen van tariefmuren, onvoorspelbare regelgeving, en langere douaneprocedures.
Deze handelsoorlog raakt bedrijven niet alleen op het vlak van kosten, maar ook in termen van vertrouwen bij Amerikaanse zakenpartners. Ondernemers worden gedwongen hun strategieën te herzien, nieuwe markten te verkennen, en kosten-batenanalyses te herijken. Tegelijkertijd biedt deze crisis ook ruimte voor vernieuwing, zoals reshoring of het versnellen van digitalisering.
Hoewel het overheidsbeleid en EU-diplomatie een rol spelen in het behouden van marktaandeel, ligt de verantwoordelijkheid voor aanpassing grotendeels bij de exporteurs zelf. Het is een race tegen de klok — en tegen geopolitieke onzekerheid.
Inleiding
Sinds 2025 hebben handelsconflicten tussen de Verenigde Staten en andere economische machten de wereldhandel ingrijpend veranderd. Voor Nederlandse exporteurs is de spanning tussen de VS en China, en in toenemende mate ook Europa, geen ver-van-mijn-bed-show meer. Deze conflicten leiden tot verhoogde tarieven, importbeperkingen en onvoorspelbare regelgeving — allemaal factoren die directe invloed hebben op het succes van internationale handel.
Nederland is een van de meest open economieën ter wereld. Ruim 32% van het bruto binnenlands product is afhankelijk van export. Wanneer een belangrijke handelspartner zoals de VS zijn grenzen sluit of handelsregels verscherpt, voelen we dat hier meteen. In dit artikel duiken we diep in de impact van de handelsoorlog op Nederlandse bedrijven, en vooral op de exporteurs die zakendoen met Amerika.
Nederlandse exporteurs VS handelsoorlog
De handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en diverse economische blokken is geen abstract economisch conflict meer. Voor veel Nederlandse exporteurs is het inmiddels dagelijkse realiteit. Bedrijven zien stijgende exportkosten, striktere douaneprocedures en verminderde afname door Amerikaanse partners. De grootste uitdaging? Onzekerheid.
Waar voorheen stabiele handelsrelaties golden, moeten ondernemers nu rekening houden met plotselinge tariefverhogingen, sancties of politieke besluiten. Dit maakt het plannen en opschalen van exportactiviteiten uiterst lastig. Tegelijkertijd schuilt er ook kracht in aanpassing. Sommige bedrijven grijpen deze situatie aan om hun strategieën te vernieuwen en alternatieve markten aan te boren.
Achtergrond van de handelsoorlog
De handelsoorlog begon met het protectionistische beleid van voormalig president Donald Trump. Zijn "America First"-doctrine leidde tot verhoging van importtarieven op staal, aluminium en later ook op Europese goederen zoals kaas, wijn en vliegtuigonderdelen. Hoewel president Biden pogingen heeft gedaan om relaties te herstellen, zijn veel van deze maatregelen blijven staan.
De spanningen gaan verder dan enkel tarieven. Digitale diensten, datatoegang, en overheidssteun aan bedrijven zijn nieuwe frontlinies geworden. De handelsconflicten zijn dus niet louter economisch, maar ook technologisch en geopolitiek van aard.
Welke sectoren worden het hardst geraakt?
Niet elke sector wordt even hard geraakt door de handelsoorlog. Nederlandse exporteurs in de volgende sectoren ondervinden de meeste hinder:
- Agro & Food: Tarieven op kaas, boter, vlees en bloemen drukken marges.
- Technologie & Elektronica: Regelgeving rondom dataveiligheid en tech-sourcing maakt export moeilijker.
- Maakindustrie & Machinebouw: Verhoogde grondstofprijzen en vertraagde toeleveringsketens beperken groeipotentieel.
Sommige bedrijven moeten hun producten zelfs herontwerpen om aan veranderende Amerikaanse regels te voldoen — een tijdrovend en kostbaar proces.
Effect op Nederlandse MKB-bedrijven
Voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) zijn de effecten van de handelsoorlog bijzonder schrijnend. Anders dan grote multinationals beschikken deze ondernemingen vaak niet over juridische teams of strategische reserves om snel in te spelen op nieuwe regels of handelsbarrières.
Veel MKB’ers gaven tijdens enquêtes van de Kamer van Koophandel aan orders te verliezen aan concurrenten uit landen die géén sancties ondervinden. Deze ongelijke concurrentiepositie ondermijnt het vertrouwen in eerlijke handel en zet de werkgelegenheid onder druk.
Hoe reageren grote exportbedrijven zoals ASML en VDL?
De Nederlandse topbedrijven in technologie en hightechproductie zoals ASML, VDL Groep, en Philips staan voor unieke uitdagingen in deze handelsstrijd. Hun producten zijn vaak zó specialistisch dat er wereldwijd weinig concurrentie is, maar tegelijkertijd opereren zij in een geopolitiek mijnenveld.
Neem ASML, marktleider in lithografiemachines die essentieel zijn voor de productie van computerchips. Hoewel het bedrijf voor miljarden euro’s exporteert naar Azië en de VS, werd het recentelijk beperkt door exportregels die in overleg met Amerikaanse autoriteiten zijn opgesteld. Resultaat? Beperkingen in de levering van geavanceerde EUV-machines aan bepaalde landen, en verhoogde politieke druk vanuit Washington.
VDL Groep, dat actief is in automotive, hightech, en de maakindustrie, kreeg te maken met stijgende importheffingen op staal en aluminium. Hierdoor stegen hun productiekosten aanzienlijk. Toch hebben ze hun supply chains aangepast door meer lokaal en binnen de EU in te kopen. Deze wendbaarheid is cruciaal geworden.
Voor deze bedrijven draait het om één sleutelwoord: strategische onafhankelijkheid. Door te investeren in alternatieve markten (Zuid-Korea, India, Canada) en regionale productiecapaciteit in de EU op te schalen, bouwen zij veerkracht op tegen toekomstige geopolitieke schokken
Tariefverhogingen en douaneproblemen
Een van de eerste zichtbare gevolgen van een handelsoorlog zijn verhogingen van import- en exporttarieven. Nederlandse bedrijven die voorheen met relatief lage kosten naar de Amerikaanse markt exporteerden, zien nu tarieven tot wel 25% op hun producten geheven worden. Dit geldt onder meer voor kaas, staal, bloemen, en hightech componenten.
Daarnaast zijn douaneprocedures stroperiger geworden. Waar eerder goederen binnen enkele dagen de grens over gingen, spreken bedrijven nu over wachttijden van één tot drie weken. Amerikaanse douanediensten voeren extra controles uit, onder het mom van nationale veiligheid. Dit zorgt niet alleen voor leveringsvertragingen, maar tast ook het vertrouwen van klanten aan.
Een bloemenexporteur uit Aalsmeer verwoordde het als volgt: “Onze rozen arriveerden altijd op tijd voor Valentijnsdag in New York. Maar nu moeten we drie dagen eerder verschepen, met verhoogd risico op bederf.”
Oplossing? Just-in-time moet plaatsmaken voor just-in-case. Voorraadbuffers, douane-adviseurs en lokale Amerikaanse distributiecentra worden steeds meer de norm voor wie zaken wil blijven doen.
Logistieke verstoringen en hogere kosten
De pandemie heeft al laten zien hoe kwetsbaar wereldwijde toeleveringsketens zijn. De handelsoorlog doet daar een schepje bovenop. Havens worden overbelast door extra controles, vrachttarieven zijn in sommige gevallen verdrievoudigd, en rederijen mijden risicovolle routes.
Voor Nederlandse exporteurs betekent dit dat de totale kosten per product aanzienlijk stijgen — denk aan logistiek, verzekering, douane-afhandeling en lokale opslag. Hierdoor verliezen ze concurrentiekracht ten opzichte van Amerikaanse binnenlandse leveranciers of Aziatische concurrenten die alternatieve routes nemen.
Een belangrijke ontwikkeling is dat bedrijven massaal investeren in ketenverkorting en herkomstdiversificatie. Dit houdt in dat ze productie dichter bij huis halen (reshoring) of in andere ‘veilige’ landen laten plaatsvinden — denk aan Polen, Turkije of zelfs Marokko.
Hoewel deze overgang investeringen vergt, levert het op termijn stabiliteit op. Bedrijven die proactief hun logistiek herstructureren, kunnen zich onderscheiden door betrouwbaarheid en leveringszekerheid — twee kernwaarden in internationale handel.
Valutarisico’s door de handelsoorlog
Naast fysieke en logistieke obstakels, is er ook een minder zichtbare maar even schadelijke factor: valutarisico. De euro/dollar-koers is extreem volatiel geworden. Dit betekent dat winstmarges die vandaag nog solide lijken, morgen plotseling verdampen door een valutadaling van slechts enkele procentpunten.
Voor bedrijven die niet afdekken tegen valutarisico, zoals veel MKB’ers, kunnen dit soort fluctuaties desastreus zijn. Een order van €500.000 kan door koersdalingen ineens €30.000 minder waard zijn — puur door valutaschommelingen.
Banken bieden natuurlijk oplossingen zoals termijncontracten en valutaderivaten. Maar de complexiteit en kosten hiervan maken dat veel ondernemers deze opties niet benutten. Hier ligt een taak voor de overheid en brancheorganisaties: training en bewustwording van financiële risico's is essentieel in een wereld waar geopolitiek steeds meer grip krijgt op economie.
Invloed op handelsverdragen (bijv. TTIP, CETA)
Handelsverdragen zouden juist stabiliteit moeten brengen in onrustige tijden. Echter, de onderhandelingen rond het TTIP (Transatlantic Trade and Investment Partnership) zijn jarenlang stilgezet vanwege publieke weerstand en Amerikaanse terughoudendheid. CETA (het handelsverdrag tussen de EU en Canada) is wel van kracht, maar nog altijd omstreden in sommige EU-landen.
De VS richt zich momenteel meer op bilaterale deals dan op multilaterale afspraken. Dit maakt Europese landen kwetsbaar. Nederland moet nu zelf sterker inzetten op handelsbevordering met betrouwbare partners als Canada, Japan en Zuid-Korea.
Voor exporteurs betekent dit dat het verkennen van alternatieve markten niet langer een optie is, maar een must. Handelsverdragen zoals CETA bieden kansen voor toegang tot markten met lagere tarieven, snellere douaneprocessen en betere bescherming van intellectueel eigendom.
Wat betekent dit voor nieuwe markten?
De handelsoorlog met de Verenigde Staten dwingt Nederlandse exporteurs om over de landsgrenzen heen te kijken — en dan niet richting het westen, maar juist naar het zuiden en oosten. Nieuwe markten zoals Canada, Latijns-Amerika, Zuidoost-Azië en Afrika winnen aan aantrekkelijkheid. Niet alleen vanwege de groeiende middenklasse en toenemende consumptie, maar ook omdat deze landen minder gevoelig zijn voor geopolitieke spanningen.
Een goed voorbeeld is Vietnam. Sinds de escalatie van de VS-China handelsoorlog, hebben Nederlandse technologie- en voedingsbedrijven hun pijlen gericht op deze snelgroeiende economie. De Vietnamese overheid stimuleert buitenlandse investeringen, en de logistieke infrastructuur wordt razendsnel verbeterd.
Ook landen als Mexico, Colombia en Indonesië blijken verrassend vruchtbaar terrein voor Nederlandse exporteurs. Dankzij handelsverdragen en groeiende stabiliteit bieden zij kansen voor sectoren als agri-tech, duurzame energie en gezondheidszorg.
Dat betekent natuurlijk niet dat deze markten zonder risico zijn. Lokale regelgeving, betalingsrisico’s en culturele verschillen vragen om goede voorbereiding. Toch geldt: wie vandaag zaait in deze regio’s, kan morgen oogsten. Diversificatie van exportmarkten is geen luxe meer, maar noodzaak.
Invloed op de concurrentiepositie wereldwijd
Eerlijk is eerlijk: in een wereld waarin de spelregels per dag kunnen veranderen, wordt het lastig concurreren. Nederlandse exporteurs, die bekendstaan om hun innovatiekracht en betrouwbaarheid, worden nu ingehaald door spelers uit regio’s met minder handelsbelemmeringen.
Chinese bedrijven krijgen staatssteun en fiscale voordelen. Amerikaanse leveranciers profiteren van ‘Buy American’-programma’s. En andere landen, zoals India en Brazilië, sluiten deals met de VS zonder extra handelsdruk.
Voor Nederlandse bedrijven betekent dit dat ze harder moeten werken om hun meerwaarde te bewijzen. Kwaliteit, duurzaamheid, innovatie en betrouwbaarheid worden steeds belangrijker als onderscheidende factoren. Zeker bij veeleisende Amerikaanse afnemers.
Ook speelt certificering een steeds grotere rol. Producten met EU-keurmerken of ISO-certificatie hebben internationaal meer zeggingskracht. Investeer hierin. Klanten willen zekerheid — zeker in een onzekere wereld.
Hoe reageren Amerikaanse afnemers?
Je zou denken dat de handelsoorlog ook aan Amerikaanse zijde afkeer oproept. En dat klopt — ten dele. Veel Amerikaanse afnemers van Nederlandse producten zijn loyaal en erkennen de hoge standaard van kwaliteit, duurzaamheid en innovatie.
Toch worden zij zelf beperkt door importheffingen, lokale voorkeuren en veranderend consumentengedrag. Sommige klanten stappen over op binnenlandse leveranciers om de extra kosten te vermijden. Andere heronderhandelen contracten of eisen lagere prijzen, ondanks de duurdere export.
Het vertrouwen in internationale toelevering is bovendien afgenomen. Amerikaanse distributeurs kiezen vaker voor ‘nearshoring’: het verkorten van de keten door producten uit Mexico of Canada te halen in plaats van uit Europa.
Wat kun je hieraan doen? Bouw aan relaties, niet alleen aan transacties. Transparantie, communicatie en service maken het verschil. Bied alternatieven aan, zoals lokaal voorraadbeheer of gezamenlijke risicodeling bij koersfluctuaties.
Importheffingen op retourproducten
Een bijzondere, vaak vergeten hoek van de handelsoorlog zijn de zogenaamde ‘retourheffingen’. Dit betreft producten die na export naar de VS retour komen — bijvoorbeeld vanwege defecten, overschotten of retourbeleid in de e-commerce.
Voorheen was het mogelijk om deze retouren belastingvrij te herimporteren. Nu belanden ze vaak opnieuw in de molen van douaneformaliteiten en tarieven. Resultaat: dubbele kosten, langere doorlooptijden en frustratie bij klant én leverancier.
Voor sectoren als e-commerce, consumentenelektronica en high-end fashion is dit bijzonder problematisch. Retourpercentages van 15–30% zijn normaal — en dus potentieel verlieslatend in een handelsconflict.
De oplossing ligt deels in herverpakking, lokale distributiecentra in de VS en goede retourvoorwaarden. Sommige bedrijven kiezen ervoor retouren lokaal te vernietigen of te doneren, in plaats van opnieuw te importeren. Een dure keuze — maar soms de enige logische.
Handelsoorlog als drijvende kracht achter reshoring
De term “reshoring” — het terughalen van productie naar eigen land of nabijgelegen regio’s — is inmiddels niet meer weg te denken uit de internationale handel. De onzekerheid van globale ketens, gecombineerd met politieke spanningen, maakt reshoring aantrekkelijker dan ooit.
Nederlandse bedrijven, met hun geavanceerde technologie en sterke infrastructuur, hebben hier een voordeel. Door gebruik te maken van automatisering, 3D-printing en circulaire productiemodellen kunnen zij concurreren met lagelonenlanden op het gebied van efficiëntie en duurzaamheid.
Reshoring heeft bovendien strategische voordelen: snellere levertijden, betere kwaliteitscontrole en lagere afhankelijkheid van importregels of sancties. Voor veel bedrijven wordt het een kwestie van strategische continuïteit in plaats van louter kostenbesparing.
Een mooi voorbeeld is de textielsector. Terwijl productie jarenlang naar Azië werd verplaatst, zien we nu bedrijven terugkeren naar Europa. Korte ketens, transparantie en duurzame productiemethoden zorgen voor een heropleving van lokaal vakmanschap.
Beïnvloeding van innovatie en investeringen
Innovatie is de motor van de Nederlandse exportkracht. Maar juist die motor hapert wanneer geopolitieke onzekerheden als een donkere wolk boven de markt hangen. Investeringen in nieuwe technologieën, R&D en internationale uitbreiding worden uitgesteld of zelfs geannuleerd door angst voor onvoorspelbare regelgeving of marktafsluiting.
Vooral in sectoren zoals landbouwtechnologie, maritieme innovatie en hightech zien we terughoudendheid. Start-ups die normaal gesproken snel zouden opschalen naar de Amerikaanse markt, wachten nu af of zetten hun pijlen op Canada of Zuidoost-Azië. En dat is jammer, want stilstand is achteruitgang in een wereld die steeds sneller innoveert.
Toch zijn er ook lichtpuntjes. De EU stimuleert actief innovatie in exportgerichte sectoren, bijvoorbeeld via Horizon Europe en de Groeifaciliteit. Slimme bedrijven combineren deze subsidies met reshoring en digitalisering om toch te innoveren — maar dan op eigen bodem. Creativiteit bloeit vaak op onder druk.
Gevolgen voor werkgelegenheid in Nederland
Export is goed voor ruim 2,3 miljoen banen in Nederland. Elk verstorend effect op exportmarkten heeft dus directe gevolgen voor werkgelegenheid. Sectoren als logistiek, industrie, landbouw en technologie zijn het meest kwetsbaar.
Vooral MKB’s in de maakindustrie en voedselverwerking moeten personeel laten gaan of flexibele contracten niet verlengen. Dit raakt niet alleen bedrijven, maar hele regio’s. In provincies als Limburg, Noord-Brabant en Flevoland speelt export een cruciale rol in economische vitaliteit.
Tegelijkertijd ontstaan er ook nieuwe kansen. Denk aan logistieke hubs in Nederland die zich richten op alternatieve markten, of techbedrijven die lokaal produceren voor een EU-markt met minder politieke risico’s. De sleutel ligt in her- en bijscholing, zodat werknemers mee kunnen bewegen in de verschuivende economie.
Overheden, onderwijsinstellingen en werkgevers moeten samenwerken om arbeidsmobiliteit te versterken. De banen van morgen liggen wellicht in andere markten, maar vragen om dezelfde vakkennis – met een geopolitieke bril.
Wat kunnen exporteurs nu doen?
Als exporteur heb je misschien geen invloed op geopolitiek, maar je hebt wél invloed op je eigen strategie. Hier zijn praktische tips die je vandaag al kunt toepassen:
- Diversifieer je exportmarkten: Kijk verder dan de VS. Denk aan Canada, Japan, Singapore, en opkomende Afrikaanse markten.
- Bouw voorraadlocaties op in de VS: Zo omzeil je douaneproblemen en kun je sneller leveren.
- Houd je juridische en douanekennis actueel: Via RVO, Evofenedex of je branchevereniging.
- Hedge je valutarisico’s: Gebruik eenvoudige financiële instrumenten om schommelingen in de euro/dollar-koers af te dekken.
- Investeer in digitalisering: Denk aan e-commerce, AI-gestuurde vraagvoorspelling en digitale douaneafhandeling.
- Maak gebruik van overheidssteun: Van exportsubsidies tot internationale missies, er is meer beschikbaar dan je denkt.
In tijden van handelsoorlog geldt: wie zich snel aanpast, overleeft — wie vooruitdenkt, floreert.
Veelgestelde vragen
Wat is de grootste impact van de handelsoorlog voor Nederlandse exporteurs?
De grootste impact is de verhoogde onzekerheid, waardoor tarieven stijgen, leveringen vertragen en contracten moeilijker te sluiten zijn.
Welke sectoren ondervinden het meeste last?
Agrofood, hightech, maakindustrie en MKB’s die sterk afhankelijk zijn van de VS als exportmarkt.
Zijn er kansen in andere markten dan de VS?
Zeker. Canada, Zuidoost-Azië en Latijns-Amerika zijn groeiende markten met minder geopolitieke spanningen.
Hoe zit het met handelsverdragen zoals TTIP of CETA?
TTIP ligt stil, maar CETA biedt toegang tot de Canadese markt en kan als springplank dienen naar Noord-Amerika.
Wat doet de overheid om bedrijven te ondersteunen?
Er zijn subsidies, handelsmissies, coachingstrajecten via RVO en platforms voor kennisdeling en markttoegang.
Moet ik investeren in reshoring of gewoon afwachten?
Afwachten is riskant. Wie nu investeert in korte ketens, digitalisering en marktdiversificatie, is beter voorbereid op wat komt.
Conclusie
De handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en andere wereldmachten heeft het speelveld voor Nederlandse exporteurs fundamenteel veranderd. Wat ooit een stabiele route naar groei leek, is nu een pad vol obstakels en onzekerheden. Toch ligt er in elke crisis een kans.
Nederlandse ondernemers zijn vindingrijk, pragmatisch en innovatief. Door nieuwe markten te verkennen, technologie in te zetten en strategische partnerschappen aan te gaan, kunnen zij niet alleen overleven — maar floreren in dit nieuwe tijdperk van mondiale handel.
Wie zich vandaag voorbereidt, heeft morgen een voorsprong.
Verlaat je nu al de website?
Niet gevonden wat je zocht?
We helpen je graag verder, stel je vraag hieronder
